Zoeken naar gelijkwaardigheid in een gepolariseerde samenleving
Op zaterdagochtend 7 oktober sprak ik tijdens het 16de jaarlijkse Lorentz Model United Nations Arnhem (LmunA). LmunA is een jaarlijkse jongerendebatconferentie, georganiseerd door studenten voor studenten, die de Verenigde Naties simuleert. Studenten van over de hele wereld komen bijeen om deel te nemen aan dit evenement, waarbij ze leren debatteren, beleid ontwikkelen en de rol van VN-vertegenwoordiger in een specifieke commissie op zich te nemen.
Ik gaf ik een keynote gebaseerd op hun thema voor dit jaar ‘Finding equality in a polarized world’. Een aula vol met ‘toekomstige leiders’ die zich hadden verdiept in thema gelijkwaardigheid en polarisatie in de samenleving.
Ik vertelde de studenten dat waar ik op werk – thema’s inclusie, diversiteit, gelijkwaardigheid – aan de andere kant van het spectrum liggen. En dat investeren in inclusie en gelijkwaardigheid en het benutten van diversiteit essentieel is voor het voorkomen en bestrijden van polarisatie. Ik nam het conflictmodel van Bart Brandsma met hen door en ik deelde kort de theorieën die bijdroegen aan mijn kennis en inzicht over deze thema’s. Wat in mijn visie onmisbaar is voor het voorkomen van polarisatie, is ruimte maken voor alle stemmen, bijvoorbeeld met de tools uit de Deep Democracy methodiek. Daarbij is het belangrijk om jezelf te trainen om op alle niveaus te kunnen luisteren, zoals de Theory U dat beschrijft. Ik drukte de studenten op het hart om hun ‘inner cirkel’ te vergroten door actief op zoek te gaan naar verhalen van mensen die niet op hun lijken. En tot slot daagde ik de studenten uit om aan de hand van de vier plaatjes na te denken over het verduurzamen van gelijkwaardigheid tot rechtvaardigheid met de vraag “how to achieve justice in a polarized society”.
Al snel ontstond er een rij met studenten die een vraag wilden stellen. Ik was onder de indruk van hun kritische vermogen maar de vraag van de student op het parkeerplein maakte het meeste indruk op mij. Ze vroeg “hoe ga je om met standpunten die als waarheid worden gesteld en hoe blijf je rationeel als je de enige bent die dat niet vindt?” In een impuls zei ik tegen haar dat ik vind dat de waarheid niet bestaat en dat het sowieso niet de menig van de menigte is. En dat handelen vanuit ratio in mijn optiek niet altijd gewenst is. Een wijze vrouw leerde mij dat emotie betrokkenheid betekent en dat moet je vooral laten zien. Ik vertelde haar dat ik ook weleens een minderheidsstem ben maar dat ik verschillende strategieën heb geleerd om met standpunten om te gaan. Wat bij mij past is mijn methode van ‘vervang en voel’ om te spiegelen. Ik vervang een wezenlijk element van de stelling voor iets anders en vraag de steller om dan eens te voelen hoe dat overkomt. Ze bedankte me met een vriendelijke glimlach en snelde naar binnen.
Een wereld van verschil…
Moe maar voldaan van een drukke week kwam ik thuis. Diezelfde dag zag de wereld er opeens anders uit. Het nieuws over de genadeloze aanslag van Hamas heerste de media. Beelden van onschuldige slachtoffers aan de Israëlische zijde en de even genadeloze belofte van Israël richting de Palestijnen waren op elke media te zien. De leiders van Europese landen en Amerika veroordeelden Hamas, toonden hun medeleven met Israël en hesen de Israëlische vlag op. Maar een even harde veroordeling van het disproportionele geweld door Israël bleef weg.
Verdrietig, verbijsterd en verlamd was ik. In de context van deze oorlog voelde alles wat ik die ochtend had verteld nutteloos.
Vervang en voel
Ik lees en kijk verschillende nieuwsmedia uit binnen- en buitenland en het verschil in berichtgeving is enorm. De berichten over de schrijnende situatie van Palestijnse burgers zijn in de Westerse media groeiend maar beschrijven de ernst onvoldoende. De kranten schrijven steevast over “Gazanen” i.p.v. Palestijnen, misschien omdat ze al erop anticiperen dat het laatste stukje Palestina binnenkort niet meer bestaat? Ik haal troost uit goed onderbouwde posts van een handjevol schrijvers en ik voel pijn bij elk ontkennende, vaak xenofobe reactie daaronder.
Mijn ‘vervang en voel-knop’ staat 24/7 aan en mijn brein maakt overuren. Bijvoorbeeld over het bericht over de oproep van Israël aan de 300.000 reservisten om zich te melden voor het grondoffensief. Een Nederlandse man met kennelijk ook de Israëlische nationaliteit vertelde dat hij alles laat liggen en vertrekt om zijn mensen te helpen. In een fractie van een seconde denk ik: deze man gaat straks vechten in de veronderstelling dat hij Hamas gaat uitroeien. In feite gaat hij gewapend te keer tegen weerloze Palestijnen, want we hebben kunnen zien hoe het bevel van Israël luidt. Is hij zich hiervan bewust? En als deze man levend terugkomt, is hij iemands collega, een buurman, misschien een leraar, maar zeker niet een oorlogsmisdadiger. Wat vinden we hiervan? En hoe kijken we hiernaar als iemand uit Syrië, Afghanistan, Irak, dit zegt?
Het nieuws van gisteren ging over Ofir, de Israëlische jongen die ontvoerd is en voor wie nu versneld een Nederlandse Nationaliteit wordt aangevraagd. Als moeder begrijp ik heel goed dat je alles op alles zet om je kind levend terug te krijgen. Die angst en zorgen gun je niemand. Ook de voorpagina van de Gelderlander ging over de al ‘Nederlandse’ Ofir. In dezelfde krant stond het verhaal van Mohammed, de Nederlandse jongen die op bezoek bij zijn zieke oma in Gaza, daar vast kwam te zitten. Mohammed of zijn (voor)ouders hebben waarschijnlijk door een niet al te snelle IND- procedure de Nederlandse nationaliteit gekregen. Maar dat is nog altijd geen reden om een hulpactie voor Mohammed op touw te zetten.
Dit helpt niet maar wat dan wel?
Dit geweld, de onrechtvaardigheid en het onderscheid tussen menselijk leed is niet te verdragen en het is voeding op de al bestaande bodem voor polarisatie. Er is als zoveel geschreven. Genuanceerde, verbindende, confronterende en ook scherpe posts. Sommige mensen handelen met ratio en sommigen met emotie. Alles is er en alles mag er zijn. In mijn trainingen maak ik aan de hand van voorbeelden het ‘dubbele standaard’ en de gevaren daarvan bespreekbaar. Ik vertel dat gelijkwaardigheid het tegengif is voor uitsluiting en polarisatie. En ik kan elke keer rekenen op het kritische reflectievermogen van de deelnemers. Zolang dat vermogen er is, is er hoop. Hoop op betere toekomstige leiders.